21-september-2021 |
Twentsche kleikloeten

Twentsche kleikloeten

Wanneer je het hebt over ouderwets gebak dan kom je in Twente terecht bij het fenomeen 'kleikloeten' of 'kleikoek'. Waar het product officieel vandaan komt is niet bekend, want klei is nou niet direct een veel voorkomende grondsoort in die streek. Wellicht komt de naam wat meer uit het westen van Overijssel. De inwoners van Hattem worden namelijk van oudsher ook  kleikloeten genoemd. Al met al is het een vreemdsoortig stuk gebak. De naam heeft wel weer een direct verband, want een 'kloeten' is een Twentse benaming voor kluit. Men beweerd dat de lekkernij vroeger op de boerderij gebakken werd in een tulbandvorm en geserveerd tijdens feestelijke gelegenheden. Van het tulbandmodel kon je namelijk mooie plakken snijden en dat zag er dan meteen al heel deftig uit. Na herhaalde pogingen is dat echter nog maar de vraag of dat klopt. Het baksel laat zich namelijk heel slecht uit de vorm verwijderen. Met kloeten tot gevolg.

Volgens onze begrippen is de kleikloeten geen verfijnd gebak. Het bestaat uit: 35%  bloem, 30% basterdsuiker en 30% boter. Voor wat extra smaak ging er een eetlepel kaneel in en voor de binding een ei.  Het resultaat is een vast en stevig deeg dat niet rijst in de oven en daarin alleen gedurende een paar uur staat te garen. Te drogen is eigenlijk een beter woord. Na het bakken moet je het gebak uit de vorm lossteken en krijg je de genoemde kluiten.

Al met al een stevige puur zoete en desondanks best wel lekkere, maar vette Twentse 'kleikloeten'. Vroeger was dat vet niet zo'n probleem men had nu eenmaal veel calorieën nodig om goed op het land te kunnen werken. Tegenwoordig is het uit den boze.

Recept:  Azas. Met dank aan Rini Kwak-Klink voor het baksel en de foto.

Terug naar boven