28-april-2017 | Door: Gerhard Kwak
Bakkerstaal - B

Bakkerstaal - B

Het bakkersvak kent tal van specifieke benamingen voor de verschillende werkzaamheden. Op deze pagina laat Versinspiratie je kennis maken met een aantal van deze begrippen.

Bakcurve

Grafiek met de baktijd op de horizontale(x)-as en de baktemperatuur op de verticale(y)-as.

Bakken

In de bakkerij staat bakken voor het door verhitting gaar en eetbaar maken van producten. Het bakken gebeurt normaal gesproken in een oven.

Bakkersgist

Eencellig micro-organisme dat Saccharomyces cerevisiae wordt genoemd. Bij het bakken van brood wordt gebruikgemaakt van de omzetting naar koolzuurgas, om het deeg te laten rijzen. Het koolzuurgas nestelt zich tegen het gluten en duwt het zo naar boven. Bovendien verandert gist de smaak van het brood. Door het op verschillende manieren te laten rijzen kunnen verschillende broodsoorten worden gemaakt met andere eigenschappen.

Bake-off producten

Producten die door de slager voorgebakken worden ingekocht en die hij zelf nog moet afbakken. Denk daarbij aan stokbroden, broodjes, saucijzenbroodjes en pizza's .

Bakroom

Banketbakkerspudding waaraan na het koken en afkoelen 10% zetmeel wordt toegevoegd.

Foto: Bee-zzy Bumblebee Blog

Bal

De hardheid van suikerstroop wordt na het afkoelen bepaald door de bereikte temperatuur tijdens het bereidingsproces..

Slappe bal. 112°-116°C (fondant, fudge)
Stevige bal. 118°-121°C (karamel)
Harde bal. 121°-130°C (noga, marshmallow)

Balgebak

Receptiegebak op basis van biscuitbeslag.

Foto: Ambachtsbakker van de Vrande, Rotterdam

Banketbakkerspoeder

Kant en klaar bindmiddel, op basis van zetmeel met smaakstof, kleurstof en eventueel droog eipoeder.

Barquettes

Schuitjes van bladerdeeg voor hartige of zoete vulling.

Foto: Cassibba.it

Baton

Langwerpig, met een 6 of 8-tandse spuitmond gespoten koekje met ronde uiteinden.

Baumé

In de bakkerij staat deze term voor een suikerweger voor het meten van de dichtheid van suikerstroop.

Bebloemen of bestuiven

Met bloem of poedersuiker bestrooien of door de bloem wentelen

Biggareaux

Gekleurde en gekonfijte (versuikerde) kersen. Worden regelmatig gebruikt als decoratie van een kerstkrans.

Biscuitbeslag

Ook wel snelbeslag, lepelbeslag, biscuit de savoye of lange vingerbeslag genoemd. Vervanging van een gedeelte van de bloem door zetmeel(20%) voorkomt het krimpen van gespoten producten. In België ook wel als kapselbeslag verstaan.

Biscuit dacquoise

Amandelbeslag op basis van eiwit en drooggemalen amandelen (voor dunne beslagplakken).

Biscuit jaconde

Amandelbeslag met boter voor decoratieve beslagplakken.

Biscuit misérable

Amandelbeslag (meestal voor dikke plakken).

Foto: Chapitres et chocolat

Biscuit vanille

Progresbeslag is een beslag dat wordt gemaakt van gemalen amandelen en eiwit. Met dit beslag worden koekjes, gebakjes en taarten gemaakt. Als de amandelen vervangen worden door hazelnoten wordt het tyroliënbeslag genoemd.

Blind bakken

Bakken van een deegbodem met behulp van een noodvulling (erwten of bonen o.i.d.) welke na het bakken verwijderd wordt.

Blind moscovisch beslag

Beslag koude methode met een toevoeging van gehakte boter.

Blussen

Toevoegen van vocht aan een hete kookmassa (bijvoorbeeld karamel).

Bolletjesrijs

Rijs na het opbollen van deegstukjes tot 150 gram. Het opbollen van deegstukken van meer dan 150 gram wordt bolrijs genoemd.

Foto: Bakkerijmuseum Luyksgestel

Boteren

Het aanbrengen van gesmolten boter op de korst van het product.

Bouquet

De benaming voor de compositie van geuren van genotmiddelen als wijn (in de vinologie),en maaltijden. Het betreft vooral geur, smaak, aroma.

Bourbon vanille

Vanille is een smaakstof afkomstig uit de vruchten van de klimorchidee van het geslacht Vanilla. De naam komt van het Spaanse woord "vainilla", de verkleinde vorm van "vaina" (betekenis "peulschil"),. Vanille van zeer goede kwaliteit, afkomstig van het eiland Réunion dat vroeger Bourbon heette.

Brandmassa

Soezenbeslag met poedersuiker gebruikt voor decoraties / garneringen.

Bretonbeslag

Beslag koude methode met toevoeging van gehakte boter en stukjes chocolade.

Briochedeeg

Een brioche is een zacht, zoet wittebrood, dat oorspronkelijk uit Frankrijk komt. Het is een 'rijk deeg' door het gebruik van veel boter. Het is licht en luchtig en het eindresultaat lijkt meer op een cake dan op brood.

Broekje

Kleine hoeveelheid bladerdeeg, waarin je nog niet getoerd deeg vouwt, om te voorkomen dat het deeg tijdens het uitrollen blijft plakken.

Broodverbetermiddelen

Stoffen die bij de deegbereiding worden toegevoegd. In de handel gebracht in de vorm van crème, pasta en poeder.

Broyage

Een fijn gemalen samenstelling van droog gemalen amandelen (50%) en half suiker (50%) In eerste instantie werden alleen amandelen gebruikt, maar later ook wel hazelnoten of walnoten. De samenstelling is veel duurder dan granen en daarom wordt het broyage-meel vooral gebruikt in het luxere artikelen zoals macarons, bokkenpootjes of notenschuimtaart.

Bruneren

Het bruinkleuren van boter, bloem, beenderen en al of niet geschaafde noten. Het heeft als doel de smaak, de geur en de kleur van het product te veranderen. Gebruik een pan met een dikke bodem of de oven.

Brunoise

Deze Franse naam staat voor in blokjes gesneden groenten die worden toegevoegd aan het braadvocht bij vlees. Op die manier krijgt het vlees een mooier aroma terwijl ook het uiterlijk van het braadvocht mooier wordt.

Bulkrijs

Als het deeg klaar is voor gebruik, moet het nog even rusten. zodat de gist gaat werken. Als het deeg nog niet is afgemeten of afgewogen in stukken heet deze rijstijd de "bulkrijs".

Byoubeslag

Beslag koude methode met toevoeging van gehakte boter en een mengsel van potpourri en gesneden gehakte, gekonfijte vruchtjes.

Terug naar boven