24-oktober-2016 | Door: Nederlands Visbureau
Schol op de kaart

Schol op de kaart

De Nederlandse visserij is gespecialiseerd in het vissen op platvis, zoals schol en tong. Logisch, want deze vissen zwemmen vlak voor onze éigen kust. Een echt streekproduct dus. Dat mag wel wat meer aandacht krijgen.

Het gaat goed met de scholvangst in Nederland. De hoeveelheid schol in de Noordzee is sinds decennia niet zo hoog geweest. Van de 81 miljoen kilo die de Nederlandse kottervloot afgelopen jaar ‘op de kade’ zette (schol, tong en garnalen) was zo’n 30 miljoen kilo schol. Toch blijft van de totale jaarvangst slechts 10 procent op de Nederlandse markt. De overige 90 procent verdwijnt (doorgaans als diepgevroren filets) vooral naar Italië, Duitsland en Groot-Brittannië. 

Streekproduct

“Nederlanders zetten veel te weinig schol op het menu,” vindt Agnes Leewis van het Nederlands Visbureau. “En dat terwijl de vis een fijne neutrale smaak en zacht visvlees heeft. Het is een laagdrempelig visje voor mensen die nog niet zo vertrouwd zijn met het eten en bereiden van vis. Maar schol doet het ook goed in meer culinaire recepten. De filets zijn graatvrij en kunnen in een paar minuten op tafel staan. Bovendien gaat het echt goed met het scholbestand in de Noordzee. Schol is een van de belangrijkste vissen die door onze Nederlandse vissersvloot wordt aangevoerd, en de toegestane vangsthoeveelheid wordt jaarlijks opnieuw verhoogd. Terwijl we steeds meer aandacht hebben voor het eten van streekproducten als zuivel, groenten en fruit en het varkentje van de Veluwe, belandt de schol die door onze vissers ‘vlak voor de deur worden gevangen’, nog te weinig op ons bord.” 

Campagne

Om de consumptie van schol in Nederland een ‘lift’ te geven, voert het Nederlands Visbureau de campagne ‘Schol is smullen', waarin een hoofdrol is weggelegd voor Marijke Helwegen. De campagne is informatief van opzet, maar heeft een ludieke ‘Marijke–twist’. In vier filmpjes laat zij geheel op haar eigen manier het proces van vangst, verwerking en consumptie van schol zien. In het laatste filmpje ‘bakt ze ze bruin’. De campagnebeelden worden eveneens gebruikt op de winkelvloer. 

Metamarfose

De schol (Pleuronectes platessa) is een ovale platvis, gemakkelijk te herkennen aan de heldere oranjerode stippen op de bovenzijde. De onderkant is wit. Hij leeft op zanderige of gemengde bodem, van dicht bij de kust tot in dieptes van 200 m. Overdag hebben ze zich ingegraven in de bodem, ’s avonds en ’s nachts zijn ze actief. Ze eten vooral weekdieren en wormen. Schol paait in de wintertijd (van januari – april), afhankelijk van zijn leefgebied. De hoeveelheid eitjes die een vrouwtje produceert, ligt tussen de 50.000 en de 500.000. Kleine larven voeden zich met microscopisch klein plankton. Na één tot twee maanden begint de metamorfose: het linkeroog verschuift naar de bovenkant van het hoofd en de kleine visjes gaan met hun linkerkant naar beneden zwemmen. Zo wordt een ronde larve een platte vis. 

Verantwoorde vangst 

De manier waarop schol gevangen wordt, heeft de afgelopen jaren een enorme innovatieslag gemaakt. De vissector heeft veel geïnvesteerd in nieuwe, duurzame vangstmethoden. Waar voorheen gevist werd met de boomkormethode, wordt tegenwoordig veel met de pulsmethode gewerkt. Deze methode spaart het milieu door minder bodemberoering en de helft minder brandstofgebruik. De methode levert een hoogwaardige kwaliteit schol op en beperkt ongewenste bijvangst.
Steeds meer aangevoerde schol wordt dankzij deze positieve punten met het MSC-keurmerk op de markt gebracht. Van overbevissing is geenszins sprake. Vorig jaar werd het scholquotum van zo’n 61 miljoen kilo iets meer dan de helft opgevist. 

www.visbureau.nl

Foto's ©Nederlands Visbureau

Pulsvisserij

De pulskor geeft elektrische pulsjes (stroomstootjes met een spanning van maximaal 15 Volt), waardoor de vissen uit de bodem opschrikken en het net in zwemmen. De vissen ondervinden hier geen pijn van, en worden er niet door verdoofd of gedood.
De pulskor maakt minder contact met de bodem en zorgt zo voor een lager brandstofgebruik, en minder bodemberoering, bijvangst en slijtage aan het tuig. De kwaliteit van de gevangen vis is bijzonder goed omdat de vis onder water met minder vistuig en materiaal in aanraking komt.

Terug naar boven